Allemaal narcistisch?
Manfred Kets de Vries geldt als een autoriteit op het gebied van onderzoek naar leiderschapsstijlen. Hij deelt veel van zijn bevindingen met een breed publiek en beschikt over een indrukwekkende lijst aan publicaties. Zijn kracht is dat hij het beste van drie werelden in zich verenigt: economie, management en psychologie.
In zijn publicaties komt tot uitdrukking dat leidinggevenden in hun leiderschapsstijl vooral zichzelf meenemen in al hun beslissingen en manier van reageren. In zijn boek ‘Worstelen met de Demon’ komt nadrukkelijk voor het voetlicht welke rol emoties, irrationaliteit en onbewuste processen spelen in de mens en organisatie. Het één heeft alles te maken met het ander. Hij schuwt de kritische confrontatie niet als hij in een ander boek ‘Leiders, narren en bedriegers’ benadrukt dat één van de belangrijkste dingen die een leider moet kunnen, is oog hebben voor de emotionele behoeften van ondergeschikten en die behoeften opvangen.
Een zekere mate van narcisme kan goed van pas komen voor goed leiderschap, betoogt hij. Maar wie door excessief narcisme gedreven wordt, verliest het besef van de gerechtvaardigde behoeften van ondergeschikten en dreigt misbruik te maken van hun loyaliteit. Het overambitieuze leidt tot gevoelloosheid en kleinering. De omgeving kan geen kritische functie meer vervullen, aldus de Vries. De leidinggevende heeft zelf niet meer in de gaten wat zijn beweegredenen zijn. Het lijkt erop dat er eerst een persoonlijke crisis, zoals lichamelijke aftakeling, een tegenvallende carrière, huwelijks- en opvoedingsproblemen of een algemeen gevoel van leegte, moet komen voordat zulke leiders zich afvragen wat de oorzaak is van dat wat hen overkomt.
Manfred de Vries betoont zich hier geen zachte heelmeester. Gezien de vele praktijkvoorbeelden die hij in zijn literatuur verwerkt ontvangt hij veel leiders voor persoonlijke begeleiding in zijn Global Leadership Center INSEAD in Fontainebleau onder de rook van Parijs. In een Skype-gesprek over ons werk dat we kortgeleden hadden benadrukte Manfred het me nog eens: ‘Werk en privé hebben veel meer met elkaar te maken dan we op het eerste gezicht voor waar willen hebben. Er is een eenheid van persoon. En al kan de context verschillen, wie wij zijn en hoe wij reageren vertoont veel overeenkomst!’
Ik vraag mij af: ‘Kan dat alleen door een crisis ontdekt worden?’ Ik mag hopen van niet. Bij sommigen gaat het lampje eerder branden. De vraag blijft: ‘Bij wie kan een leider onbekommerd zijn hart uitstorten?